kloosterHein Stufkensklooster Frankrijk

Bezinningscentrum La Cordelle is bereikbaar:
Telefoon: 0117 391188
Mariastraat 45
4506AD Cadzand
e-mail: info@lacordelle.nl


Wil je het werk van Hein en Brigitte ondersteunen, overweeg dan eens of je een bijdrage kunt leveren aan:
St.Vrienden van La Cordelle


Belangstelling voor een van onze programma's?
inschrijven cursus La Cordelle


 la cordelle op twitter bezoek de facebookpagina van La Cordelle

Columns van Hein Stufkens 2016

Toespraak afscheidsviering Armand Berghmans

Nijlen, 25 november 2016 

Armand Berghmans bij het 10-jarig bestaan van La Cordelle
Armand Berghmans bij het 10-jarig bestaan van La Cordelle

‘Uw dienaar laat Gij, Heer, nu in vrede gaan.’
Binnenkort horen we deze woorden weer, die de oude Simeon sprak toen hij het Jezuskind in zijn armen had.
Die Simeon, zo staat er in het evangelie van Lucas, was een rechtvaardig en vroom man, op wie Gods Geest rustte. Juist zoals onze geliefde Armand:
een rechtvaardig en vroom man, op wie Gods Geest rustte.
En ook de woorden van die oude Simeon zou Armand gezegd kunnen hebben. Ik denk zelfs dat hij de laatste jaren regelmatig met die woorden heeft gebeden: ‘Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan.’

Een dienaar, Gods dienaar, dat wás Armand.
Zijn leven lang heeft hij gediend:
allereerst de mensen die aan hem werden toevertrouwd in zijn rol als leraar, overste, econoom, pastor;
maar ook de instituten waarbinnen hij diende: de katholieke kerk, de Congregatie van de Heilige Geest, Caritas Internationalis, en zoveel andere instellingen en organisaties.
Wij kunnen er in Cadzand van mee praten, omdat hij ook zoveel jaren ons bezinningscentrum La Cordelle diende als bestuurslid van de Stichting Vrienden van La Cordelle.

Met zijn open geest, zijn ruimdenkendheid en zijn humor, laat hij een spoor van licht na in de levens van velen die hem, in één van die hoedanigheden, leerden kennen.
Hij was wars van dogmatisme en altijd nieuwsgierig naar andere meningen en visies dan de zijne. Daarom zocht hij ook graag het gezelschap van jongere mensen, die hem bij de tijd hielden en inspireerden.
Ik denk bij voorbeeld aan zijn jarenlange voortrekkersrol in een bezinningsgroep met de veelzeggende naam ‘Het Groen Bladje’. En aan zijn jarenlange innige verbinding met zijn geliefde Hilke Veris, die hem, nu bijna 4 jaar geleden, voorging in de dood.

De wegen die Armand ging waren niet altijd conventioneel.
Hij ging zijn eigen weg, alleen, zij het altijd loyaal aan de gemeenschap waartoe hij behoorde. Want één van Armands vele voortreffelijke eigenschappen was zijn loyaliteit.
Zo wist je nooit of een afspraak met hem wel doorgang kon vinden, want zijn dienst als pastor ging altijd vóór. En die dienst riep hem dikwijls onverwacht weg. Hoeveel honderden mensen heeft Armand niet bijgestaan in hun laatste uren, hoeveel begrafenissen heeft hij geleid!

En nu zijn wij hier bijeen om deze dienaar Gods zélf uitgeleide te doen.
‘Uw dienaar laat Gij, Heer, nu in vrede gaan.’
Armand, trouwe dienaar, dat je eindelijk in vrede mag gaan.

Enkele jaren geleden, na die zware knie-operaties, dachten we al dat het moment van je vertrek gekomen was. Sinds de dood van Hilke was de grens tussen deze en gene zijde voor jou bijzonder transparant geworden, en was je verlangen gegroeid naar wat je aan de andere zijde wachtte.
Maar je bleef nog wat.
De laatste jaren van je leven hebben je niet de rust gebracht die je verlangde.
Toen je eind augustus nog deelnam aan een retraite bij ons in Cadzand, was je bezig met een uitspraak van de Griekse wijsgeer Epicurus, die als volgt luidt: ‘Wie vrij is van onrust, is zichzelf noch een ander tot last.’
Die tekst hield je bezig, omdat je meer en meer de indruk kreeg dat je de ánder tot last was. Je lichaam wilde niet meer, je concentratievermogen nam af.
En jij, die zo graag wilde dienen, had een brief gekregen van de bisschop waarin je werd bedankt voor bewezen diensten. ‘Afgedankt’, zo voelde het voor jou, na een leven lang trouwe dienst.
En het zat je vooral dwars dat je de mensen over wie je als pastor was aangesteld nu niet meer kon geven wat ze graag wilden, zoals een wekelijkse eucharistieviering.

Zo was je tot het laatste moment, met een heilige onrust, loyaal aan je roeping én aan jouw mensen.
Hilke noemde je vaak ‘pappa’.  Eigenlijk is dat een naam die ik hier met eerbied zou willen herhalen: pappa. Je was een pater, Armand, een vader, een dierbare vader voor zovelen.
En onze diepste wens is dat je nu de rust mag vinden waar je zo naar verlangde, overeenkomstig die uitspraak van Augustinus: ‘Ons hart is onrustig totdat het rust in U.’

En dan zou ik dit toespraakje willen besluiten met een gebed van Huub Oosterhuis, waarmee we jou toevertrouwen aan de Ene die onze harten doorgrondt, en die zowel jouw worsteling met het leven en jezelf, als de diepte van jouw liefde ten volle kent, en die je van harte welkom heet in het Vaderhuis.

Wat ik gewild heb
wat ik gedaan heb
wat mij gedaan werd
wat ik misdaan heb

wat ongezegd bleef
wat onverzoend bleef
wat niet gekend werd
wat ongebruikt bleef

al het beschamende
neem het van mij.

En dat ik dit was
en geen ander
dit overschot van
stof van de aarde:
dit was mijn liefde.
Hier ben ik.

Hein Stufkens

 


 

Hein Stufkens: “Het probleem is dat wij ons ego op de troon hebben gezet”

Hein Stufkens

Afgelopen zaterdag werd zijn nieuwste boek De grondwet voor geluk gepresenteerd in Bilthoven. In dit boek laat filosoof, dichter, schrijver en zenleraar Hein Stufkens de Bergrede opnieuw klinken: als een urgente boodschap voor onze tijd en als een oproep tot een spirituele revolutie. Een gesprek over enkele ingrediënten van geluk.

Door: Greco Idema

Eerder dit jaar werd je boek over spiritualiteit, dat vorig jaar verscheen, besproken in De Wereld Draait Door. En op Nieuwwij.nl was er ook veel belangstelling. Ben je tevreden met de reacties op en de aandacht voor het boek?
“Uiteraard ben je als schrijver blij als datgene wat je schrijft ook gelezen wordt, want daar doe je ’t voor. En welke auteur zou er bezwaar tegen hebben dat zijn boeken goed worden verkocht? Het helpt mij om ons bezinningscentrum La Cordelle, wat toch ook een zakelijk avontuur blijft, te laten functioneren en voortbestaan. Overigens is het feit dat vele duizenden mensen op Nieuwwij.nl het interview over dit boek lazen, hoe verheugend ook, helaas niet de weerspiegeling van het aantal mensen dat het boek ook kocht of las.

Maar de reacties die ik op mijn boek kreeg zijn hartverwarmend. Vooral het idee om spiritualiteit te zien als levenskunst spreekt veel mensen aan. Het haalt het woord uit de sfeer van afzien, urenlang mediteren, de wereld vaarwel zeggen of je best doen om door goede werken in de hemel te komen. Van deze levenskunst word je juist gelukkiger hier, in dit aardse bestaan.”

Nu dus een boek over geluk. Waarom dit boek? Nederland behoort tot de gelukkigste landen ter wereld…
“Dit boek is in zekere zin een logisch vervolg op het vorige. Want als je spiritualiteit omschrijft als levenskunst die omvormend werkt en je tot een gelukkiger mens maakt, dan is de volgende vraag: Wat behelst die omvorming dan? Waarin zit dat geluk? En dat is nu precies de vraag waar de Bergrede antwoorden op geeft, die na tweeduizend jaar nog net zo actueel zijn als toen. Kort samengevat gaat het erom dat je je ik-gerichtheid loslaat. In het Engels wordt dat zo uitgedrukt: dat het een beweging is van selfishness naar selflessness.

En als je zegt dat Nederland tot de gelukkigste landen behoort, dan is het maar de vraag wat voor criteria je daarvoor aanlegt. Want intussen hadden (volgens cijfers van het CBS) in Nederland in 2014 méér dan een miljoen mensen een depressie, en pleegden er dat jaar gemiddeld 5 mensen per dag suïcide. Los van het feit dat er ook in Nederland veel mensen zijn die moeite hebben om in hun basisbehoeften te voorzien, is vooral het gebrek aan zinvolle verbondenheid met anderen en aan een zinvolle invulling van je eigen bestaan daar een grote oorzaak van.”

In De grondwet voor geluk vele wijsheden van de verschillende religieuze tradities. Dan weer een citaat van Gandhi, dan weer een verhaal uit de boeddhistische traditie… Zijn al die tradities voor jou even waardevol?
“Ik ben opgegroeid met de christelijke traditie. Dat is dus de eerste bron waaruit ik spontaan drink. Maar dat maakt andere tradities niet minder waardevol. Integendeel, ik ervaar het als een groot geschenk dat tegenwoordig ook andere bronnen zo toegankelijk zijn. Ze vormen voor mij een aanvulling en verdieping op de traditie waar ik uit voortkom. Ze verlossen me ook van de idee dat één traditie de waarheid in pacht zou hebben.

Met name het boeddhisme heeft mij geholpen om het christelijke erfgoed op een nieuwe manier te verstaan en te beleven. Het reikt me ook bruikbare methodes aan, zoals de zen-meditatie, die voor mij een nieuwe vorm van bidden is geworden. Leeg worden voor God… dat is ook al een heel oud motto van christelijke monniken!

Maar zodra ik zeg: ‘ik ben een christen’ of ‘ik ben een boeddhist’ heb ik mezelf al in een hokje gezet en scheiding aangebracht tussen mij en anderen. Ik heb ook geen behoefte om van welk geloof dan ook te ‘getuigen’. Maar de christelijke traditie zit al vanaf mijn geboorte in mijn bloed en daar ben ik blij mee. Raimon Panikkar, de grote theoloog van de interreligieuze dialoog, zei ooit in een interview tegen mij: ‘Natuurlijk mag ik mijn kind het mooiste en liefste kind van de hele wereld vinden. Maar ik moet natuurlijk niet tegen iemand anders zeggen dat zijn kind dat niet is. Want voor die ander is zijn kind nu juist zijn grote liefde.’ Dus laten we onze eigen traditie liefhebben, en dat niet doen in concurrentie met andere tradities, maar juist met begrip en respect voor de liefde die een ander voelt voor zijn of haar religie.

In dit nieuwe boek heb ik willen laten zien hoe universeel de basiswaarden uit de grote religies zijn, en dat ze allemaal een weg wijzen om het ego te overstijgen en een liefdevol, mild en meedogend mens te worden. Ik heb veel teksten gevonden en in dit boek opgenomen die parallel zijn aan teksten uit de Bergrede. Het boek heet De Grondwet voor Geluk, maar de ondertitel luidt dan ook: ‘over de universele betekenis van de Bergrede’.”

De Bergrede begint met de acht ‘zaligsprekingen’. Kun je aangeven waarom je deze ‘zaligsprekingen’ als basis voor je boek hebt gekozen?
“Ik heb, toen ik begon, overwogen om de verschillende passages uit die tekst te becommentariëren in de volgorde waarin de evangelist ze heeft opgeschreven. Maar dan zou dit boek een niet al te professionele en misschien ook wat saaie vorm van exegese orden. Ik vroeg me bovendien ook af of het zou lukken om bij al die passages toepasselijke parallelle teksten uit andere stromingen dan de joods-christelijke te vinden.

Mijn bedoeling was niet om een bijdrage te leveren aan de vergelijkende godsdienstwetenschap, al wil ik wel graag laten zien dat de Bergrede een wijsheid bevat die zo universeel is dat we die wereldwijd, vóór en na Jezus, ook in andere grote tradities aantreffen.

Mijn bedoeling met dit boek is dat de lezer zich aangesproken en geraakt weet door de boodschap van de Bergrede, en deze kan gaan zien als van belang voor het eigen levensgeluk én als een relevante bijdrage voor het overwinnen van de veelvoudige crisis waarmee de mensheid vandaag worstelt.

Uiteindelijk heb ik daarom gekozen voor een andere aanpak. De Bergrede begint denk ik niet voor niets met de bekende ‘zaligsprekingen’, die de Nieuwe Bijbelvertaling (waarin het Griekse makarios dat vroeger vertaald werd met ‘zalig’ of ‘gezegend’, is vervangen door ‘gelukkig’) als volgt weergeeft:

‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.
Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.’

Deze inleiding, met zijn stellige omkering van alles wat wij geneigd zijn te denken, met zijn lof voor alles wat in de ogen van de wereld juist niet wenselijk is, vormt de poort naar alles wat daarna volgt.

Daarom leek het mij de beste keuze om in de volgende hoofdstukken steeds één van deze ‘zaligsprekingen’ als invalshoek te nemen, en aan de hand daarvan relevante andere passages uit de Bergrede de revue te laten passeren.


De Bergrede

Je bracht het al een paar keer ter sprake, en ook in je boek heb je het er vaak over: het ego. Wat bedoel je eigenlijk met dat ego? En: waarom is dat ego zo problematisch als het gaat om geluk?
“Het is in spirituele kringen een wijdverbreid misverstand dat het ego iets slechts is en dat je daar van af moet komen. Je hebt echt een ego nodig om in deze wereld te kunnen functioneren en om je talenten aan de wereld aan te bieden. Mensen die te weinig ego hebben ontwikkeld in hun leven raad ik niet aan om hun ego los te laten, maar om eindelijk eens een stevig ego op te bouwen.

Ik beschouw het ego als al datgene waar ik me mee heb geïdentificeerd in dit leven, waarmee ik mij onderscheid maar ook heb afgescheiden van al het andere, en waarvan ik zeg: dit ben ik. Natuurlijk allereerst mijn lijf. Maar ook mijn gevoelens, gedachten, overtuigingen en maatschappelijke rollen horen daarbij.

Het probleem is dat wij ons ego op de troon hebben gezet, en zelfs vaak het bewustzijn missen dat we méér zijn dan dat ego. Egoïsme is die levenshouding waarin alles ten dienste moet staan van mijn ego, of – als het over de samenleving gaat – van het collectieve ego van staten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en politieke partijen.

Op de spirituele weg wordt je geleerd om het ego te onttronen, en het tot dienaar te maken, tot instrument. Van wie of wat? Jung zou zeggen van het Zelf, dat hij beschouwde als het beeld Gods in de menselijke ziel. Ik kan me daar goed in vinden. In ieder van ons schuilt die grotere werkelijkheid: dat wat ik méér ben dan gericht op zelfbehoud, eigenbelang en eigen gelijk. Als ik die werkelijkheid ga gehoorzamen kan ik leren zeggen: niet mijn wil (de wil van mijn ego of kleine ik), maar Uw wil (de wil van dat oneindig grotere, dat van mij ook ‘God’ mag heten) geschiede. Dan houd ik ook op met me voortdurend klagend te verzetten tegen alles wat ik niet wil, maar wat ik wél op mijn bordje krijg in dit leven. Als ik die beweging kan maken word ik bevrijd van de ik-kramp en van de afgescheidenheid. Dan word ik een liefdevoller en gelukkiger mens.”

Huilen is een vitale noodzaak, schrijf je. Het is belangrijk om je pijn wél toe te laten. Waar ligt de grens tussen zelfmedelijden en zelfcompassie?
“Zelfmedelijden is gekoppeld aan het ego dat zichzelf zielig vindt. Het lijkt wel of we maar twee keuzes hebben: jezelf zielig vinden en klagen, ofwel jezelf flink houden en je pijn verbergen of verbijten. Zelfcompassie biedt een andere weg. Het heeft te maken met de moed om je eigen pijn en kwetsbaarheid of gekwetstheid onder ogen te zien en de aandacht te geven die nodig is. Dat is dapperder maar ook helender dan je pijn wegstoppen of jezelf beklagen. Het bevrijd je uit gevangenschap in slachtoffergedrag.

De Amerikaanse psychologe en boeddhiste Kristin Neff is één van degenen die helder verwoordt waar het bij zelf-compassie om gaat. Om te beginnen mag je, zo zegt ze, er begrip voor hebben als je ’t moeilijk hebt. Tegelijk mag je leren inzien dat moeilijkheden en allerlei soorten pijn onlosmakelijk bij het leven horen. Daarin sta je niet alleen. Maar het belangrijkste is dat je je eigen emoties zonder oordeel waarneemt en accepteert. Dan kan er een gezond soort treuren om je eigen pijn en verdriet ontstaan waarin je, alléén al door het toe te laten, troost ervaart en nieuwe wegen kan vinden in je leven.”


Thich Nhat Hanh

“Zonder lijden zouden mededogen, barmhartigheid, verdraagzaamheid en begrip niet in je opkomen” zei Thich Nhat Hanh ooit. Ben je het met hem eens?
“Één van mijn leraren, Maarten Houtman, heb ik ooit tegen iemand die zei dat hij in zijn leven het lijden niet kende horen zeggen: ‘Dan bent u een beklagenswaardig mens.’ Ik denk dat dat waar is. Dan heb je dus blijkbaar niet alleen je hart altijd gesloten voor je eigen pijn, angst, verdriet, maar ook je hart niet geopend voor het lijden van mensen in je omgeving en voor het permanente lijden van zoveel levende wezens in heel de schepping. Alleen als je dat wél doet kan je mededogen ontwikkelen, vanuit het diepe besef dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten van de kwetsbaarheid en de vergankelijkheid.”

Een van de hoofdstukken in je boek is getiteld: Geluk is liefdevolle vriendelijkheid tegenover alle schepselen. Geldt dit ook voor moordenaars en verkrachters? En hoe zit het met die vliegen die onze nachtrust verstoren?
“Ik ben niet als rechter over mijn medemensen aangesteld. En ik wil me sowieso van elk oordeel onthouden zolang ik niet in de schoenen heb gestaan van degene die zulke misdaden pleegt: niet zijn of haar verleden van binnenuit ken, niet kan navoelen hoe diep iemands wonden zijn, niet kan peilen hoe beperkt iemands bewustzijn is.

Natuurlijk vragen misdaden om een reactie vanuit de samenleving, en uiteraard mag de samenleving zich beschermen. Maar ik denk niet dat straffen iemand tot een beter mens maakt. Ons primitieve ego vraagt om straf en vergelding.

Mensen met een groter bewustzijn geven er blijk van dat andere, liefdevollere en constructievere, reacties mogelijk zijn, zoals blijkt uit tal van verhalen van slachtoffers die zich niet laten leiden door hun gekwetstheid en pijn. Het mooiste verslag dat ik daar de laatste tijd van las was het boek van Antoine Leiris, een jonge vader, die zijn vrouw (en moeder van zijn kind) verloor door de aanslag in de Bataclan in Parijs. De titel van dat boek zegt al genoeg: Mijn haat krijgen jullie niet. Het zou een zegen zijn als we ons ook als samenleving eens gingen toeleggen op creatievere antwoorden, die voortkomen uit ons wijzere Zelf.

En wat die vliegen betreft: ik zag laatst in een zwembad een vrouw bezig met alle verdrinkende insecten uit het water te redden en op de kant te zetten. Ja, ook wespen. Zodra ze het bad uit was, sprong er een woedende man in het water die dat had gezien en die vervolgens al die beestjes weer van de kant af het water in spoelde. Je kunt raden bij wie mijn spontane sympathie lag, al ben ik ook erg benieuwd naar de drijfveren van de woede van die man!”

Ik had na het lezen van je boek het gevoel dat alleen GroenLinks voldoet aan de politieke consequenties van je ideeën over geluk. Is dat een rare gedachte?
“Ja, natuurlijk heeft een tekst als de Bergrede consequenties voor je maatschappelijke en politieke keuzes. De grote historicus Huizinga heeft ooit gezegd dat de vraag hoe hoog een beschaving is ontwikkeld niet beantwoord kan worden door te kijken naar de welvaart, de bouwkunst of de wetenschap, maar dat het criterium voor beschaving is: hoe gaat een samenleving om met de zwakken, de meest kwetsbaren, de vreemdelingen, de ouderen? Dus mijn politieke keuzes worden daardoor bepaald.

Maar intussen ben ik er wel van overtuigd dat geen enkele structuur, zelfs niet de meest solidaire, mensen gelukkig kan maken. Het haakje zit aan de binnenkant…”

Geluk is voor de helft erfelijk bepaald, wordt wel gezegd. Mee eens?
“Tsja, dat is een oude discussie… cultuur of natuur. Worden we wie we zijn door erfelijkheid of door milieu en opvoeding? Ik ben niet geneigd de scheidslijn tussen die twee scherp te trekken. We krijgen een totaalpakket mee: genen, milieu, geografische, economische en politieke omstandigheden, de tijdgeest enzovoorts. De vraag is wat we met dat pakket doen.

Er zijn mensen die een diep geluk kunnen vinden onder de meest erbarmelijke omstandigheden, en nog veel meer mensen die diep ongelukkig zijn in objectief gezien de meest gunstige omstandigheden. De mate waarin we bewustzijn ontwikkelen is misschien het meest doorslaggevend. Houd je jezelf gevangen in je ego en alles wat je ego als geluk of ongeluk definieert, of kies je ervoor te gaan leven vanuit dat grotere bewustzijn, waarin je geluk niet louter afhankelijk is van de omstandigheden waarin je verkeert? Je kunt je niet een leven lang blijven beroepen op je moeilijke jeugd…”

Greco Idema is eindredacteur van Nieuwwij.nl

 


 

We leven in roerige tijden. Bij het kijken naar het journaal of het lezen van de krant zakt de moed je soms in de schoenen. Afhaken dan maar?
Onderstaande tekst van Clarissa Pinkola Estes circuleert in het Engels op het internet. Ik vond de tekst indrukwekkend genoeg om me aan een vertaling te wagen. Die vind je hieronder. Deze tekst herinnert ons aan wat we hier te doen hebben. En ze is een opsteker voor iedereen die het even niet meer ziet zitten. Hang ‘m deze zomer maar in je tent, je caravan of gewoon thuis in de keuken. En weet dat je nodig bent, juist in deze roerige tijden!
Hein Stufkens
Cadzand, 7 juli 2016

WE ZIJN NODIG

Mijn vrienden, verlies de moed niet! Wij zijn voor deze tijden gemaakt.
Ik heb de laatste tijd gehoord van zovelen die echt verbijsterd zijn.
Ze maken zich zorgen over de toestand in de wereld op dit moment.
We leven in een wereld waarin we ons bijna dagelijks verbazen
en dikwijls terecht woedend zijn over de nieuwste schending van datgene
wat voor beschaafde mensen, voor mensen met visie, belangrijk is.
Wat jullie vaststellen klopt. Adembenemend schittert de hoogmoed
waarmee sommigen hun steun verlenen aan gruweldaden tegen kinderen,
ouderen, gewone mensen, de armen, de kwetsbaren, de hulpelozen.
Toch vraag ik jullie vriendelijk maar dringend:
verspil je geestkracht niet met te jammeren over deze moeilijke tijden.
En vooral: verlies de hoop niet,
met name omdat wij nu juist voor deze moeilijke tijden gemaakt zijn.
Ja! Jarenlang hebben we geleerd, geoefend, zijn we in training geweest,
hebben we gewacht om elkaar te ontmoeten  op precies dit terrein voor ons dienstwerk.

Ik groeide op aan de Grote Meren en ik herken een zeewaardig schip als ik er een zie.
En als het gaat over ontwaakte zielen:
er zijn nooit meer geschikte vaartuigen op het water geweest dan er nu zijn,
over heel de wereld.
Ze zijn volledig uitgerust en als nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid
in staat om elkaar signalen te geven. Kijk over de voorsteven:
er zijn duizenden boten van rechtschapen zielen mét jou op de wateren.
De fineerlaag op je boot schilfert misschien af bij elke golf in deze vliegende storm,
maar ik verzeker je dat de lange spanten van je voorsteven en je roer
afkomstig zijn uit een groter bos.
Dat lang generfde timmerhout staat bekend om zijn vermogen om stormen te doorstaan,
heel te blijven en de zaak bij elkaar te houden, en om onverstoorbaar door te gaan.

In elk duister tijdperk bestaat de neiging om bij de pakken neer te gaan zitten
vanwege al het onheil en alles wat er verkeerd is in de wereld.
Focus daar niet op.
Er is ook de neiging om je te laten verzwakken door je bezig te houden met dingen
die buiten je bereik liggen, die tóch niet kunnen.
Focus daar niet op. Dat is de wind gebruiken zonder de zeilen te hijsen.

We zijn nodig. Dat is alles wat we weten.
En we ontmoeten weerstand, maar we zullen we des te meer grote zielen ontmoeten
die ons begroeten, liefhebben en gidsen.
En we zullen ze herkennen wanneer ze op ons pad verschijnen.
Zei je niet dat je een gelovige bent?
Zei je niet dat je jezelf hebt verbonden aan een grotere stem?
Vroeg je niet om genade?
Herinner je je niet dat leven in genade betekent dat je je onderwerpt aan een grotere stem?

Het is niet onze taak om de hele wereld tegelijk in orde te brengen,
maar om uit te reiken naar dat deel van de wereld dat binnen ons bereik ligt om te helen.
Elk klein ding dat één ziel in alle rust kan doen om een andere ziel te helpen,
om een klein stukje van deze arme lijdende wereld bij te staan, zal een enorme bijdrage zijn.
Het is ons niet gegeven om te weten welke daden de kritische massa zullen veroorzaken
die nodig is om de doorslag te geven in de richting van een duurzaam goed,
en ook niet door wie ze worden gesteld.
Voor een dramatische verandering is een opeenstapeling van daden nodig,
steeds meer, onophoudelijk.
We weten dat niet iederéén nodig is om gerechtigheid en vrede op Aarde te brengen,
maar enkel een kleine, vastbesloten groep,
die niet zal opgeven bij de eerste, de tweede of de honderdste storm.

Een van de meest rustgevende en krachtige acties die je kan ondernemen
om in te grijpen in een stormachtige wereld is: opstaan en je ziel tonen.
Een ziel op het dek schijnt als goud in donkere tijden.
Het licht van de ziel strooit vonkjes, kan vlammen omhoog sturen, vormt signaalvuren,
levert geschikt materiaal om vlam te vatten.
De lantaren van de ziel tonen in deze overschaduwde tijden -
woedend zijn én anderen barmhartigheid betonen,
dat zijn allebei daden van grote moed en ze zijn hard nodig.
Worstelende zielen vangen het licht op van andere zielen,
die volledig zijn ontstoken en bereid zijn dat te tonen.
Als je wilt helpen om het tumult tot bedaren te brengen,
dan is dit een van de krachtigste dingen die je kan doen.

Er zullen altijd momenten komen waarop je ontmoedigd bent.
Ik heb mezelf ook vaak in mijn leven wanhopig gevoeld,
maar ik houd geen stoel vrij voor de wanhoop.
Ik onderhoud haar niet. Ik sta haar niet toe van mijn bord te eten
De reden daarvan is dat ik één ding tot diep in mijn gebeente weet, net als jullie.
Dat is: dat er geen wanhoop kan zijn als je je herinnert waarom je op Aarde kwam,
wie jij dient en wie jou hierheen gestuurd heeft.
De goede woorden die we spreken en de goede daden die we stellen zijn niet van ons.
Het zijn de woorden en de daden van de Ene die ons hier bracht.
Ik hoop dat je in deze geest dit op je muur wilt schrijven:

‘Wanneer een groot schip in de haven ligt en is aangemeerd, is het ongetwijfeld veilig.
Maar dat is niet waarvoor grote schepen zijn gebouwd.’

Clarissa Pinkola Estes (Amerikaanse dichteres, post-trauma specialist, en Jungiaans psycho-analist)

 


Opeten is geen optie

Mijn moeder ging bij de boer eieren en kip kopen. Ik mocht mee: op de fiets, in het kinderzitje. Ergens midden in wat nu de Utrechtse wijk Overvecht is hakte de boer de kop van de kip af en liet het arme dier vervolgens nog een tijdje stuiptrekkend over het erf rondlopen. Hij en zijn knechts keken lachend toe. Op dat moment moet ik vegetariër zijn geworden, tenzij ik die aanleg uit een vorig leven heb meegekregen. Mijn moeder probeerde nog jaren lang om mij, met de beste bedoelingen en veel list en bedrog, toch vlees toe te dienen. Maar er kwam een moment dat ik ontdekte dat zelfs in de heerlijke kroketjes die ze speciaal voor mij bakte dierenleed zat.
Op een lijk kauwen…het vervult me al zolang ik me herinner met walging. ‘We zijn wandelende begraafplaatsen,’ zei Leonardo da Vinci rond 1500. Hij was vegetariër in een tijd waarin je om die reden van ketterij verdacht kon worden. Vandaag is daar minder moed voor nodig en het aantal vegetariërs groeit gestaag. In Europa wordt het nu geschat op vijf procent van de bevolking. In India is het zelfs vijfendertig procent. Dat lees ik in het prachtige boek Waarom ik mijn vrienden niet opeet van de Franse filosoof en (boeddhistische) monnik Matthieu Ricard.
Ik heb mezelf altijd beschouwd als een emo-vegetariër. Ik had als kind geen rationele argumenten, maar enkel een grondige gevoelsmatige weerzin tegen het eten van dieren. Intussen voelde ik me met mijn weke zieltje nogal tekort schieten als de echte kerel die ik geacht werd te worden. Maar in het boek van Matthieu Ricard vind ik eindelijk erkenning als emo-vegetariër. Zijn boek is doortrokken van een enorm bewustzijn van onze verwantschap met dieren en een diep mededogen vanwege het onmetelijk lijden dat wij hen aandoen. Hij laat zien hoe wreed het onderscheid is dat we maken tussen onze huisdieren en die zestig miljard landdieren en duizend miljard zeedieren die we elk jaar probleemloos de dood injagen.
Intussen ken ik natuurlijk ook alle rationele argumenten voor vegetarisme. En ook die voert Ricard uiterst goed gedocumenteerd ten tonele. Vegetarisme betekent een grote verlichting voor het milieu, en omschakelen van veeteelt op landbouw is onvermijdelijk als we de nog steeds spectaculair groeiende wereldbevolking willen blijven voeden.
Kan je nog spiritueel zijn en tegelijk medeplichtig aan de massamoord op dieren?  Gebruik je hart én je verstand, en het antwoord is onontkoombaar. Misschien heb je de pech dat je vlees of vis nu juist zo lekker vindt… Dan helpt misschien toch de gedachte die in de titel van het boek van Ricard ligt opgesloten: hoe lekker ik mijn vriend of vriendin ook vind, opeten is geen optie!

Hein Stufkens
Cadzand, lente 2016

Waarom ik mijn vrienden niet opeet, Matthieu Ricard (Ten Have, Utrecht, 2015)

 


Vasten, daar word je schoon van

Jezus zei dat we wél ín de wereld maar niet ván de wereld moeten zijn. Ván deze wereld zijn, wat betekent dat? Dat betekent dat je je laat aantasten door het kwaad en de verschrikkingen van deze wereld. Het betekent ook dat je jezelf verliest door je aan te passen aan de eisen die deze wereld stelt. Of dat je op een negatieve manier vast zit aan de materie en de verlangens van je ego. Je loopt verloren, zonder innerlijk kompas, zonder besef van je diepere bestemming. Je laat je  hart, je ziel en je gedachten door ‘de wereld’ vergiftigen.  
Ieder kent het lijden dat daaruit voortvloeit wel uit eigen ervaring.
De christelijke en vele andere inwijdingswegen hebben daarom gebruiken en rituelen waardoor je jezelf reinigt, schoon wordt, je ziel terugvindt en je verbinding met de Bron herstelt. In de kerk hebben ze daar bij voorbeeld de doop voor. Maar schoonheid moet onderhouden worden. Daarvoor dienen vanouds perioden van vasten.
Op 10 februari was het ‘aswoensdag’: de dag waarop we eraan worden herinnerd dat er andere waarden zijn dan die ‘van de wereld’ met zijn talloze verleidingen en zijn vergankelijke vreugde en verdriet. Dat we stof zijn en tot stof terugkeren. En daarna begon ook dit jaar weer ‘de vasten’: een gebruik waarvan steeds meer mensen weer de zin in zien. Ze gebruiken die zes weken naar Pasen toe om weer ‘schoon’ te worden.

‘Schoon’ is een woord met een prachtige dubbele betekenis.
Wie schoon is heeft zich gereinigd van allerlei vuil, maar hij of zij is daardoor ook ‘schoon’ in de zin van ‘mooi’ geworden.
Je ontdoen van vuil en je richten op schoonheid, dat is wat bij voorbeeld de in 2007 overleden bekende Franse pastor van de clochards, Abbé Pierre, deed om zijn ziel gezond te houden. En hij raadde het al zijn medewerkers aan met deze woorden: Prenez du temps pour regarder la beauté du monde. On a aussi le devoir de se désintoxiquer de ses horreurs.’ (‘Neem tijd om de schoonheid van de wereld te aanschouwen. Men heeft ook de plicht om zich te ontgiften van haar verschrikkingen.’)
Het is niet voor niets dat in kloosters en andere spirituele gemeenschappen het beoefenen van kunsten altijd hoog staat aangeschreven. En dan gaat het niet om het leveren van artistieke topprestaties, want dat zou nu juist weer het ego kunnen vergroten en aanpassing aan de eisen van de buitenwereld betekenen.
De gregoriaanse zang is daar een voorbeeld van. Maar ook andere vormen van toonkunst, het schoonschrift en de bouwkunst, weven en borduren, mandala’s maken, pottenbakken en allerlei andere vormen van (dikwijls ambachtelijke) kunst, worden op de spirituele weg beoefend. Eigenlijk is alles geschikt dat je in contact brengt met schoonheid en het scheppend vermogen van je ziel. Ik ben vanmorgen daarom de dag maar eens begonnen met het opruimen van dode geraniums en in de leeggekomen bakken viooltjes te poten.

De Amerikaanse therapeute en schrijfster Jean Bolen zei (in ‘Handboek voor de ziel’):
‘Word je ervan bewust hoe arm je leven is aan bronnen van vreugde, bronnen van schoonheid en bronnen van creativiteit, hetgeen allemaal bronnen van bezieling zijn. Zoek de stille kanten van jezelf, de kanten die, doordat ze niet meer gebruikt werden, zijn weggekwijnd. Vraag je af: waar genoot ik van als kind?
Misschien was het vissen of tuinieren of met je handen werken of beeldhouwen of houtsnijden of schilderen. Daal af in je onbewuste en verbind je opnieuw met de afgestoten delen van jezelf die belangrijk waren. Herinner je wat je werkelijk genoegen deed toen je jong was en meer tijd had, en verbind je ermee, want daarnaar teruggaan kan tot bezieling leiden. Als je iets herwint of ontdekt dat je ziel voedt en vreugde brengt, geef dan genoeg om jezelf om er in je leven plaats voor te maken.’

De schoonheid van je ziel terugvinden heeft ook alles te maken met het terugvinden van de heelheid en harmonie in je lijf, door het in ere herstellen van andere functies dan het denken.
De hersenen worden vandaag beschouwd als het belangrijkste menselijke orgaan. Daar zetelt immers de ratio. En dat is de hoogste god in het pantheon van de westerse mens. De meeste westerlingen wonen dan ook voornamelijk in hun hoofd. Alle spirituele wegen zeggen echter tegen ons: te veel denken vergiftigt je. Al die permanente gedachtespinsels verstikken je ziel.
Hoe kunnen we ons ontgiften van dat denken?
Er zijn op zijn minst twee andere plekken in ons lijf die we daarvoor kunnen gebruiken. Aan het begin van de meditatie zeg ik dikwijls: stel je voor dat er in je hoofd een lift is. Daar stap je in. En dan druk je op de knop naar lagere verdiepingen. Je stapt eerst uit in je hart. Vervolgens daal je verder af, naar je buik. Ga daar tijdens deze meditatie eens een tijdje wonen.
Ons hart is, zoals  ook onderzoek in verband met harttransplantaties uitwijst, niet alleen een pomp. Het bevat informatie die bij een transplantatie mee overgeplant wordt. We ervaren spontaan het hart ook als het centrum van ons gevoelsleven. Het hart is een oersymbool voor de liefde. Het kan ergens vol van zijn, maar het kan ook gebroken zijn, open of dicht. En het is een centrum van kennis en van wijsheid. Niet voor niets heet ‘gnosis’ in het oud-Nederlands ‘kennisse des harten’.
Blaise Pascal schetste treffend het verschil tussen denken met je hoofd en denken met je hart, toen hij schreef: het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent. Wie met zijn hart leert denken zal liefdevoller en meedogender in het leven staan dan iemand die enkel de ratio gebruikt. En zijn of haar leven zal zeker ook meer vreugde kennen.
De buik is voor veel mensen tegenwoordig vooral een gebied dat te maken heeft met spijsvertering en voortplanting. Als we er al aandacht aan besteden is dat vooral om te zorgen dat die functies goed blijven werken of omdat we willen afvallen. Maar ook dat is een ernstige onderschatting. De volkstaal kent veel uitdrukkingen die getuigen van de psychische aspecten van het buikgebied; uitdrukkingen die te maken hebben met de maag, de lever, de gal, de darmen, buikpijn enzovoorts. Niet alleen medisch maar ook psychisch en spiritueel is een gezonde buik van levensbelang. De buik is verbonden met het instinctieve, het intuïtieve, het onbewuste. En als we het buikgebied onderdrukken dan blijft onze ademhaling oppervlakkig. Wie diep en laag ademt, tot in de buik, durft controle los te laten, oefent overgave, geeft zijn ziel een bodem.
Ontgiften is dus niet een puur ‘geestelijke’, laat staan een louter morele aangelegenheid. Het vraagt van ons dat we oog hebben voor de samenhang van lichaam, ziel en geest. Schoonmaken vraagt zowel in geestelijk als in lichamelijk opzicht permanent onze aandacht. Het is goed om zo tegen het voorjaar weer eens een ‘grote schoonmaak’ te houden. Door  bewuster en minder te consumeren, maar ook door het slib in je hart op te ruimen en je weer in liefde en mededogen te openen voor alle levende wezens. Geen vlees en vis dus. En de deur wijd open voor vreemdelingen die door geweld van huis en haard verdreven zijn.

Hein
Cadzand, 11 februari 2016

p.s. De kipjes van La Cordelle doen ook mee. Ze zijn ‘in de rui’ en verruilen sinds deze week hun oude veertjes voor prachtige glanzende nieuwe!

>