Onlangs kreeg ik een manuscript ter inzage van een boek waarin spiritualiteit vanuit veel verschillende invalshoeken wordt belicht. Bij het lezen van het manuscript kreeg ik meer en meer het gevoel dat ik me bevond tussen de bouwers aan de toren van Babel. Voor hen die de bijbel niet meer in hun opvoedingspakket hadden even deze korte explicatie: in het boekGenesis kan je lezen dat het bouwen van de toren van Babel mislukte omdat God de werklieden allemaal een andere taal liet spreken. 
Bij het onderwerp spiritualiteit, dat zich vandaag in een opmerkelijke belangstelling mag verheugen, ligt spraakverwarring onvermijdelijk op de loer. Misschien is het goed eens een poging te doen enige helderheid te verschaffen. Het risico dat ik daarmee wellicht enkel een nieuwe steen aan de toren van Babel bijdraag nemen we dan maar op de koop toe.

Spiritualiteit wordt tegenwoordig nogal eens gekoppeld aan een wereldbeeld, een gevoel of een beleving. Als je ’t zo bekijkt kan de Roomse afwijzing van het homo-huwelijk of de haat van jihadisten tegen het Westen onderdeel zijn van een spiritueel wereldbeeld. En dan kan het een bijzonder spiritueel gevoel zijn om  een dag in een wellness-centre door te brengen of je samen met andere uitverkorenen voor te bereiden op een collectieve zelfmoord omdat het einde van de wereld nabij is. Zelfs het voor een hoger doel vermoorden van linkse jongeren op een eilandje voor de kust van Noorwegen, kan dan een spirituele beleving zijn. 
Ik vind dat een onverdraaglijke inflatie van het begrip spiritualiteit.

Spiritualiteit is niet een manier van denken, een bepaald gevoel of een bepaalde ervaring. Denkbeelden zijn het terrein van ideologen, ayatollah’s en predikanten, of in een wat intelligentere vorm van de filosofie en de theologie en van de wetenschap in het algemeen. Gevoelens en ervaringen zijn het terrein van therapeuten en van de psychologie. 
Spiritualiteit overstijgt elk denkbeeld en zeker elk dogma en elke ideologie. En het heeft niets te maken met het najagen van bepaalde ervaringen. Spiritualiteit heeft te maken met bewustzijn en met het gaan van een weg waarop dat bewustzijn getransformeerd wordt. Spiritualiteit is een weg die leidt tot omvorming, omkering,  metanoia – een Grieks woord dat letterlijk ‘verandering van geest’ betekent.  

Geest is ook adem, twee betekenissen van het Latijnse woord spiritus. Spiritualiteit verandert je adem, je leven, ook in de heel letterlijke zin. Het is niet voor niets dat alle grote spirituele scholen de nadruk leggen op oefeningen die met de adem te maken hebben. Zelfs in ons spraakgebruik weten we van die relatie tussen ons ‘zijn’ en onze adem: op adem komen, een bepaalde geest ademen, ergens hijgerig achteraan gaan, een lange adem hebben, een luchtje scheppen, adembenemend…
Ruach, dat Hebreeuwse woord betekent ook adem en Geest. Het is Gods adem, of (voor wie niets met God heeft) de adem van het leven zelf, de adem van de kosmos. Elke ademtocht is een geschenk van het leven dat leven geeft. Het beoefenen van spiritualiteit, in welke traditie dan ook, leidt tot respect voor dat leven, voor alle leven.
Het bewustzijn van de adem brengt je ook tot een besef van diepe verbondenheid met alle schepselen. We ademen dezelfde lucht en we ontvangen uit dezelfde bron. Niet wij ademen eigenlijk, maar ‘het’ (dat grote mysterie) ademt in ons. Heel tijdelijk maar. Want we zitten ook samen in het schuitje van de kwetsbaarheid en de vergankelijkheid. Daarom is mededogen of compassie ook een vrucht van het gaan van welke echt spirituele weg dan ook. De schrijfster Karen Armstrong heeft dat goed gezien, en het tot de hoeksteen gemaakt van haar wereldwijd gesteunde Charter for Compassion. De basis daarvan is de gouden regel die ook bij voorbeeld Franciscus van Assisi al benadrukte: behandel ieder ander zoals je zelf behandeld zou willen worden…

Zo gezien is spiritualiteit eigenlijk niets anders dan je toeleggen op levenskunst, dat wil zeggen op oefeningen die je bevrijden van je gevangenschap in je ego en je omvormen tot een mens die begrip heeft en in liefde leeft. Tegelijk is het ook een weg waarlangs je je kunt oefenen in stervenskunst. ‘Sterf voordat je doodgaat,’ zeggen de mystici. En ze bedoelen daarmee: bevrijd je van de eisen van je ego, van je gehechtheden aan bezit, macht, status, bevrijd je van alles wat je belemmert om werkelijk in vrijheid en liefde te leven. Word eenvoudig, of zoals een leraar mij eens zei: ‘Simplify your life.’ Dat maakt het dagelijks leven tot de belangrijkste van alle spirituele oefeningen.
Op die weg zijn crisissen onvermijdelijk. Kierkegaard zei al dat iedereen die beweert dat je het Rijk der Hemelen kan bereiken zonder te passeren langs Golgotha een infame leugenaar is. Uiteraard is het resultaat van het gaan van de weg een toenemend gevoel van vreugde en ‘verlichting’, maar de weg is bepaald niet geplaveid met louter feel-good ervaringen!
Als we spiritualiteit op deze manier omschrijven, dan is zich toeleggen op spiritualiteit de enige weg om werkelijk in vrijheid en in liefdevolle betrokkenheid bij de wereld en al haar bewoners zonder onderscheid te leren leven.

Laten we dus spiritualiteit dus niet blijven verwarren met happiness-recepten, met ideologische systemen of met fundamentalistische stromingen. Maar ook niet per definitie met religieuze instituten zoals de kerk of de moskee. Die hebben in de geschiedenis voldoende bewezen bang te zijn voor de vrijheid, schuwen de onderdrukking niet en beperken het engagement dikwijls tot de eigen kring of maken het aansluiten daarbij tot een voorwaarde om te mogen delen in de solidariteit van de groep.

Hein Stufkens

Vergelijkbare berichten